051

Een klimaat van verandering creëren | Katie Mitchell

De titel van deze verzameling teksten is Waarom Theater. Voor mij ligt het antwoord op die vraag in een andere maar verwante vraag: hoe maak je theater in een veranderende wereld? Tijdens de coronapandemie zijn er veel briljante en creatieve theatrale antwoorden gekomen vanuit de bredere theatergemeenschap, waaronder het streamen van oude producties en nieuwe werken die gebruik maken van digitale middelen. Maar dit is duidelijk slechts een kortetermijnreactie en mijn angst, bevestigd door gesprekken met theater- en operaorganisaties in het Verenigd Koninkrijk en op het Europese continent, is dat de meesten gewoon wachten tot de dingen weer normaal worden. Alsof ze denken dat, als ze maar lang genoeg wachten, wat ze vroeger deden net zo snel en net zo plots zal herbeginnen als het in maart 2020 is gestopt.

Deze visie ziet theater in precies hetzelfde format terugkeren als voorheen, mits een paar aanpassingen. Dus werden sommige producties geannuleerd, andere uitgesteld, ingekrompen, aangepast aan de regels van social distancing, herschept in een digitaal formaat of omgevormd tot een mix van digitaal en live.

In het kader van deze herziene ‘business as usual’-aanpak brengen sommige organisaties die meer overheidssteun ontvangen kleine veranderingen aan, zoals de Schaubühne in Berlijn, die nu meer geld gaat uitgeven aan de manier waarop het zijn producties filmt voor het geval het de opnames moet uitbrengen bij een nieuwe pandemie. En in andere organisaties, in landen waar de noodsituatie voor de kunsten erger is, nemen ze hardere economische beslissingen, zoals de 25% ontslagen bij zowel het Royal Opera House als het National Theatre in Londen.

In beide scenario's bestaat voor mij het gevaar dat iedereen gewoon wacht op de (geleidelijke) terugkeer naar de normale gang van zaken en zich niet voorbereidt op een andere toekomst.

De realiteit is dat ‘normaal theater’ ons in pakweg de afgelopen tien jaar is ontglipt zonder dat we het opmerkten of onder ogen wilden zien. En dat komt niet door de pandemie (die op zich slechts een teken is van een breder probleem), maar omdat het klimaat onherroepelijk verandert en dit in een tempo dat zelfs de meest weerbarstige wetenschapper schrik aanjaagt. De gevolgen van de klimaatverandering zullen diep in onze samenlevingen snijden, ze zullen niet alleen de temperaturen veranderen waarin we leven, maar ook meer pandemieën veroorzaken, meer massamigratie, de ineenstorting van onze ecosystemen, een verminderde water- en voedselvoorziening en een enorme druk op ons haperende kapitalistische systeem.

Klimaatverandering zal ons cultuurleven en onze theaterpraktijk beïnvloeden. In feite doet het dit nu al in deze pandemie. Of we het nu leuk vinden of niet, veel van onze modellen voor het produceren en rondreizen van theatervoorstellingen moeten veranderen, vooral als het gaat om de fysieke beweging van producties en kunstenaars tussen de landen. Het theater was vanwege de klimaatramp al geconfronteerd met de noodzaak om diepe veranderingen aan te brengen in zijn praktijk; de pandemie heeft het noodzakelijke en onvermijdelijke proces enkel versneld en dit op een brutale manier voor velen van ons die in de sector werkzaam zijn.

Theater moet vandaag een lichtere voetafdruk hebben, zijn grote administratieve structuren herzien, het koolstofgehalte van zijn werking verminderen, flexibeler zijn in de manier waarop het zich beweegt tussen het digitale en het live-gebeuren, en vooruitgaan met nieuwe vormen die tot nu toe ondenkbaar waren en die het hoofd kunnen bieden aan tijdelijke sluitingen van gebouwen of aan de vereisten inzake social distancing ten gevolge van toekomstige pandemieën of milieucatastrofes.

We moeten nieuwe verhalen vinden om te vertellen en nieuwe vormen om ze in te vertellen. We moeten de gewoonte loslaten om over theater te denken alsof het een heilige live-ervaring is waarbij mensen samen met de performers in één ruimte zitten. Dat was – zelfs zonder dat we het wisten – een onbetwistbaar uitgangspunt van theater maken voor mensen uit een andere tijd en het is nu niet het moment om te ruziën over de heiligheid van die live-ervaring; het is nu het moment om de kunstvorm opnieuw van nul te verbeelden, om rekkelijker te zijn in ons denken en onontgonnen terrein te betreden. We moeten onze definitie van theater verbreden.

Er zijn simpelweg geen regels meer en in sommige gevallen zijn er zelfs niet eens veel theaters meer, omdat sommige gedwongen werden te sluiten door de financiële gevolgen van de pandemie.

Als burgers moeten we voor onze verplaatsingen allemaal minder gebruik gaan maken van auto’s en vliegtuigen, afstappen van het eten van vlees, onze huizen isoleren om energieverspilling tegen te gaan en regelmatig lobbyen bij onze regeringen om voorzieningen te treffen voor de klimaatnoodtoestand.

Als theatermakers moeten we deze activiteiten op de werkplek weerspiegelen. Dit houdt onder meer in dat we de manier moeten herzien waarop we producties maken, in termen van materiaalgebruik en bouwprocessen. We moeten elk aspect van ons energiegebruik in vraag stellen, onze vliegtuigverplaatsingen drastisch verminderen en de mogelijkheden van platformen als Zoom en Skype omarmen om virtueel te repeteren en zo de verplaatsingen van mensen over de hele wereld te beperken en toch de internationale samenwerking hoog te houden.

We moeten nu beginnen met het zetten van deze eerste stappen. En met dit in gedachten werk ik momenteel samen met Jérôme Bel en het Théatre Vidy in Lausanne aan een experimenteel project om een productie (en een radicaal productiemodel) te maken zonder enige reis. We zullen repeteren via Zoom – ik vanuit Londen en Jérôme vanuit Parijs – waarna de voorstelling in première gaat in Lausanne en vervolgens zal toeren, maar zonder enige verplaatsing van mensen of materiaal. De originele productie wordt genoteerd als een partituur die naar de volgende stad verhuist, waar alles uit gerecycleerd materiaal wordt gemaakt, met lokale uitvoerders en een lokale regisseur of choreograaf die onze originele partituur uitvoeren. Dit zijn kleine stappen in het vernieuwingsproces, maar experimenteren is fundamenteel om het theater te laten evolueren en te laten floreren, en de milieuagenda moet deel uitmaken van het alledaagse weefsel van het denken van een theater, net zoals het onderwijs dat al doet.

Nu is het tijd om het discours te verplaatsen van ‘Waarom theater?’, een vraag die relevanter is voor een tijdperk van vroegere theaterzekerheid, naar ‘Hoe maken we theater?’. Dat is het belangrijkste punt en ik dring er bij de theaterwereld op aan om het te omarmen.

Theater heeft een belangrijke rol te spelen in ons cultuurleven, en ik hoop dat het vak de uitdaging aankan, de noodzaak van verandering omarmt en het theater in staat stelt om in deze nieuwe wereld te gedijen.

Katie Mitchell is een Britse theater- en operaregisseur. Ze was Associate Director bij de Royal Shakespeare Company, het Royal Court Theatre en het National Theatre. Momenteel is ze als regisseur verbonden aan de Schaubühne Berlin en het Schauspielhaus Hamburg. Ze ijvert voor meer vrouwen in het theater, met name door de verhalen die worden verteld en in de manier waarop vrouwen op het toneel worden voorgesteld. Sinds 2007 bracht ze als een van de eersten werk omtrent klimaatverandering op het podium. In 2009 werd ze omwille van haar verdiensten voor het theater benoemd tot Officier in de Orde van het Britse Rijk.