I need company | Jan Lauwers (Needcompany)
London, 15 maart 1592: een pandemie decimeert de bevolking in Europa. Bovendien is het ijskoud. Onbegrijpelijke klimaatveranderingen. Mensen panikeren of sterven van de honger en de kou. Shakespeare moet zijn theater sluiten: een algemene lockdown wordt opgelegd. Hij komt net van een vergadering met zijn ensemble: ze hebben geen werk en honger. Het weegt zwaar op zijn gemoed: zijn beste acteur en publiekslieveling Richard Burbage krijst dat dit het einde van het theater is. Ze zijn ontroostbaar. Shakespeare gooit zijn laatste onvoltooide theaterstuk in de prullenmand, blijft gedwongen thuis in quarantaine en herdenkt zijn leven. Hij schrijft zijn eerste wereldberoemde sonnetten. Een paar jaar later bouwt hij zijn Globe, schrijft ‘Julius Caesar’ en Burbage schittert weer. Meer dan vierhonderd jaar later is theater nog steeds onverwoestbaar en hemeltergend aanwezig.
Het is april 2020. We zijn net zoals in de 16de eeuw weer in een gedwongen quarantaine. Er werden nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zoveel mensen verplicht om hun tijd anders te gebruiken. Om hun tijd te her-denken. Dat is, ondanks alle ellende, een prachtig gegeven. En dit gebeurt op het moment dat er al heel veel geweldige vragen gesteld worden over het klimaat, gelijkwaardigheid, racisme, vrouwenonderdrukking, het vervloekte patriarchaat, etc. Er gebeurt al zoveel vandaag. En nu krijgen we er denktijd bovenop. De wereld moet hier beter van worden. Het is goed dat theaterzalen, musea en concertgebouwen een moment leeg blijven. Het is goed om met zijn allen na te denken. En ik merk dat onze politici en onze wetenschappers, die nu in overdrive zitten en dus eigenlijk te weinig denk-tijd hebben, ons, de thuisblijvers hard nodig hebben. Niet door burgerlijk gehoorzaam te zijn, maar door traag te denken over uiterst moeilijke zaken als liefde en geluk. Voor kunstenaars, zelfzeker in het nutteloze, is dit zeer inspirerend. Oké. Laten we denken!Waarom nog theater? Kunnen we ons herscholen? Sociaal werkers worden? Artsen? Brandweerlui? Virologen? Verplegers? De wereld beter maken door iets te doen wat er wél toe doet? Wetenschappers veranderen de wereld veel meer dan kunst ooit kan doen. Verbijsterend: kunst heeft de wereld nodig, maar de wereld heeft kunst niet nodig. Ja, laten we er mee kappen. Weg met dat theater. Weg met die kunsten. Maar gelukkig zullen we niet tot dat besluit komen. Quarantaine heeft geen invloed op de kunsten. Integendeel: nieuwe Globes zullen gebouwd worden want is een quarantaine-situatie niet een normale situatie voor een scheppend kunstenaar?
Elke schrijver isoleert zich om geen ruis te hebben. Of toch zo weinig mogelijk. Omdat een kunstenaar toch een onthechte band met de wereld moet creëren. Er is in principe geen verschil tussen zeg maar Michelangelo, Rothko of Warhol: ze vertrekken van dat lege moment, dat blanke canvas en dan beslissen ze wanneer ze de wereld toelaten. Ik ben ervan overtuigd dat hoe langer de ruis wegblijft, hoe helderder het kunstwerk zich manifesteert. De tijd dat Michelangelo naar zijn blok marmer zat te staren voor hij de pietà kapt: die tijd is de ruisloze tijd. Zelfs een kunstenaar als Warhol, altijd omringd door mensen, was een meester in het controleren van die ruisloze tijd door de mensen zelf ruisloos te maken door ze te reduceren tot materiaal. Daardoor kwam hij over als een wereldvreemde autist. Het was echter een nobele, anti-ruis houding.
Maar in kritieke situaties eist men de taal van de verstaanbaarheid. En dan moet die taal zo hard mogelijk geroepen worden. Dat geeft veel ruis. De taak van de stille kunstenaar is door die ruis erg delicaat, van alle tijden, maar onveranderlijk verbonden door één begrip: Tijd. ‘Tijd’ is uitgevonden om ervoor te zorgen dat niet alles op hetzelfde moment gebeurt. Theater is één van die plekken in het grote culturele geheel waarin alles wel op hetzelfde moment kan gebeuren. Theater is de tijd in vraag stellen. Dat is de enige politieke betekenis van theater. Daar bevindt zich zijn ware schoonheid. En die schoonheid is donker, fel, tergend langzaam of pijlsnel, fluweelzacht of gemeen hard, obscuur of helder, stoffig of gewelddadig, bloedend in een hoekje of dansend op een graf en altijd veeleisend.
Theater gaat over het met stijl falen en het spectaculaire van het zinloze. Dat theatermakers een grote verantwoordelijkheid hebben als ze menen recht te hebben op de tijd van het publiek. Het zou gaan over de idiotie van het zich vastklampen aan de eigen tijdsgeest. Over de radicaliteit van het vermakelijke. Over magie. Over extase. Het belang van het ritueel. De noodzakelijkheid om samen te zijn in een donkere zaal. De tragedie van het applaus. Over de schoonheid van het samenwerken. Het zou een ode zijn aan het oudste en meest onaangetaste medium dat op politiek en sociaal vlak zijn belang altijd heeft bewezen. Het zou niets revelerend zijn, maar een confirmatie van wat we al zo lang weten: theater is een heerlijk conservatief en onverwoestbaar medium. Geen enkele iconoclastische golf, dogmatische beweging of manifest heeft theater ook maar kunnen raken in zijn ziel. Shakespeare moest opboksen tegen de populaire hondengevechten en publieke martelingen. Hij zag hoe zijn mentor, Campion, levend de buik werd opengesneden en zijn ingewanden in brand werden gestoken ‘opdat hij de hel kon aanschouwen’. Het volk kwam niet bij van de pret. Toch hield hij van mensen. Van samenwerken. Van theater.
Dit bepaalt het verschil tussen kunst en toegepaste kunst. Splendid isolation en samenwerking. Als schrijver zoek ik de eenzaamheid op. Als theatermaker onderwerp ik me aan de dictatuur van de samenwerking. Als theatermaker heb ik gezelschap nodig. I need company.
Jan Lauwers is een Belgische kunstenaar die in zowat elk medium werkt. De laatste dertig jaar is hij vooral bekend geworden door zijn pionierswerk voor theater met Needcompany dat hij samen met Grace Ellen Barkey oprichtte, en heeft hij ook een aanzienlijk oeuvre opgebouwd dat onder meer in BOZAR (Brussel) en in het McaM (Shanghai) te zien is geweest.