029

Leven in theater | Hsin-Chien Huang

Het fundamentele verschil tussen podia en theater ten opzichte van de film en televisie van vandaag, is het volgende: de essentie van theater staat dichter bij het echte leven. Televisie en film kunnen worden geclassificeerd als storytelling, waarbij het publiek kijkt naar het verhaal dat een film vertelt. Vandaag verschijnen er echter steeds meer interactieve, op virtual reality gebaseerde en allesomvattende ervaringen. Er is een transformatie van story-telling naar story-living, wat meer lijkt op het theater van vroeger. Het publiek kan niet alleen naar het verhaal van het theater gaan kijken, maar heeft nu ook de mogelijkheid om live het verhaal binnen te stappen. Het theater zelf lijkt nog meer op een levensechte omgeving, waar de acteurs op het toneel leven en waar de tijd en de ruimte ononderbroken worden. In tegenstelling tot het film- en televisiemedium, waar je kunt vertrouwen op de montage om door de ruimte en de tijd te springen, is de ruimte van het theater onderhevig aan allerlei levensechte functionaliteiten en behoeften. De performers leven in deze ruimte. Theater is een ruimte die heel dicht bij het echte leven aanleunt.

In mijn hoedanigheid van ‘nieuwe mediakunstenaar’ zou ik zeggen dat een groot deel van de technologie die in de nieuwe media wordt gebruikt, haar uiterlijk benadrukt: ze bezit een sterk in het oog springende kwaliteit. Het publiek van nieuwe mediakunst krijgt veel dingen te zien die er oogverblindend uitzien, die blijven hangen op ons netvlies en onze zintuiglijke ervaring stimuleren. Dergelijke projecten laten echter zeker nog niet toe dat ons lichaam in de ervaring leeft. Daarom overweeg ik bij het maken van virtual reality meestal om terug te keren naar het denken van een theaterkunstenaar. Op die manier gebruik ik de manier van leven in het theater om over die virtual reality na te denken en de ervaring weer dichter bij ons leven te brengen.

Omdat het doel van virtual reality juist is om het publiek te laten leven in de denkbeeldige ruimte die de kunstenaar heeft gecreëerd, heeft de vraag ‘waarom theater' een nog belangrijkere betekenis met het oog op de ontwikkeling van de nieuwe mediakunst. Om het inzicht van een vrouwelijke Taiwanese schrijfster aan te halen: ‘Mannelijke kunstenaars zien hun werk vaak als iets buiten het lichaam en doen hun uiterste best om het werk te ‘creëren’. Maar de houding van vrouwelijke kunstenaars ten opzichte van hun werk is dat het een verlengstuk van hun leven is, maar tegelijk ook een proces van leven. Ze delen hun eigen leven met hun kunstwerk. Op die manier worden ze zelf een compleet kunstwerk.’ Het leven verbindt zich niet alleen met het theater, maar zelfs met de creatie van de kunst op zich.

Door de corona-epidemie kunnen we in 2020 plots niet meer naar zalen, theaters, kunstgalerieën en tentoonstellingen, maar dit biedt ons misschien wel de gelegenheid tot bezinning. Laten we opnieuw nadenken over waarom we naar deze externe omgevingen moeten gaan om kunst te waarderen. Tijdens deze epidemie zien we veel muzikanten thuis spelen, dansers thuis dansen, schrijvers thuis gedichten voorlezen en zo het territorium van de kunst terugbrengen naar de basis van het ‘leven’. Dit is een fenomeen dat me diep raakt en fascineert, en het is ook de reden waarom ik denk dat we in deze periode moeten discussiëren over het waarom van theater.

Hsin-Chien Huang is een beeldend kunstenaar uit Taiwan die vanuit zijn achtergronden in kunst, design, techniek en digitaal entertainment nieuwe mediale kunstwerken creëert. Hij verkent baanbrekende technologieën in kunst, literatuur, design en podiumkunsten. Zijn projecten doen vaak een beroep op grootschalige interactie, performances, mechanische apparatuur, algoritmische berekeningen en video-installaties.